Recent vond het 41ste congres van de Belgische Vereniging voor Cardiologie plaats in Brussel. En ja, corona had opnieuw roet in het eten gegooid en de bijeenkomst moest worden uitgesteld naar die eerste mooie lentedagen in mei. De talrijke opkomst toonde hoe belangrijk het blijft dat mensen kunnen samenkomen, maar het is daarnaast ook een mooi leermoment.
De afgelopen decennia kwam er een enorme evolutie in de cardiologie, waarbij de ene na de andere technische hoogstandjes elkaar opvolgden: van klassieke ballondilatatie, over stents en CTO tot TAVR, Mitraclip, Triclip en percutane mitraalklepplaatsing, maar ook van PM- en ICD-implantatie tot een brede waaier van ablatieprocedures. Deze evolutie gaf de cardioloog zowaar het imago van een fixer.
Dit neemt niet weg dat cardiologie meer is dan technische interventies, waarbij we oog moeten blijven hebben voor de patiënt en zijn onderliggende aandoening. Dit brengt ons automatisch tot de idee hoe we cardiovasculaire ziektes voor kunnen zijn, of hoe we aan preventie of vroegdiagnose kunnen doen. We kennen allemaal de klassieke risicofactoren voor een cardiovasculaire ziekte, waardoor we het overgrote deel van de coronaire events kunnen verklaren of het risico op voorkamerfibrillatie (VKF) kunnen inschatten. Dit neemt niet weg dat een deel onverklaard blijft.
Nieuwe mogelijkheden komen echter om de hoek kijken. Cardiogenetica laat toe om bij een groeiend aantal patiënten een meer precieze diagnose te stellen. Daarnaast speelt bij heel wat aandoeningen interactie tussen genetische en omgevingsfactoren een rol, en bepalen ze samen het risico op het ontwikkelen van ziekte. Er worden schuchtere stappen gezet bij de ontwikkeling van polygenomische risicoscores, zoals bij het in kaart brengen van het cardiovasculaire risicoprofiel of het inschatten van het risico op VKF.
Een andere tool in volle ontwikkeling is artificiële intelligentie waardoor we eveneens kunnen hopen op een vervroegde en verfijnde diagnosestelling. De tool wordt vandaag al toegepast op ecg- en echocardiografiedata, zoals bij het voorspellen van het risico op VKF of de vroegdetectie van linkerventrikeldisfunctie op basis van het rust-electrocardiogram.
Ook op het vlak van aanpak en behandeling moeten we vooruit durven denken. We vergeten al te vaak dat het cardiovasculaire risico veel vroeger start dan op volwassen leeftijd. Het is dan ook belangrijk om te kijken naar de jeugd in een poging om te voorkomen dat het cardiovasculaire riscioprofiel zich opbouwt. We kunnen en moeten inzetten op het voorkomen van overgewicht en obesitas op jonge leeftijd en we moeten aandacht hebben voor regelmatige lichaamsbeweging.
Maar ook op het vlak van behandeling treden veranderingen op. In de afgelopen decennia noteerden we de introductie van wat zo mooi verwoord wordt als 'disease modifying drugs' bij de behandeling van hartfalen (ACE-inhibitoren, bètablokkers, MRA, ARNI, SGLT2-inhibitoren), maar intussen evolueren we verder naar een meer gerichte therapie door de ontwikkeling van siRNA's, antisense oligonucleotiden en een inhibitor van het myosine ATPase. Dit voedt de hoop dat we niet alleen meer specifiek, maar ook vroeger zullen kunnen ingrijpen in het ziekteproces.
Niets van de website mag gebruikt worden voor reproductie, aanpassing, verspreiding, verkoop, publicatie of commerciƫle doeleinden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het is ook verboden om deze informatie elektronisch op te slaan of te gebruiken voor onwettige doeleinden.