Op donderdag 9 februari 2017 gaf minister De Block het startschot voor de 36ste editie van het congres van de Belgische Vereniging van Cardiologie. Wij hadden haar uitgenodigd met de vraag hoe ze de toekomst van de cardiologie in België ziet. In een voorbereidend gesprek met haar kabinet hadden we onze bezorgdheden geuit over de repetitieve besparingen in de cardiologie en hoe dit te verzoenen is met de toenemende nood aan medische zorgen ten gevolge van de vergrijzing en de toenemende kosten die moderne cardiologie met zich meebrengt. Reikhalzend keken we uit naar haar komst: ze kwam, ze sprak (of beter las voor) en ging (zonder tijd voor discussie).
Haar nieuwe adagium is hospitaalnetwerk. België wordt verdeeld in zorgregio's van ongeveer 500 000 inwoners en de hospitalen in de regio moeten onderling afspraken maken over welke pathologie waar wordt behandeld. Dit moet overconsumptie tegengaan en kan op die manier geld vrijmaken voor geavanceerde technieken die in een gelimiteerd aantal referentiecentra kunnen verricht worden. Universitaire centra maken deel uit van deze hospitaalnetwerken maar behouden hun opdracht voor onderzoek en opleiding. Ik vermoed dat weinig cardiologen zware objecties kunnen maken tegen deze principes. Echter, de slaagkans van deze visie hangt voor het grootste deel af van de financiering van deze hospitaalnetwerken. En daarover bleef de minister zeer vaag. Het enige wat het kabinet wilde prijsgeven is dat het budget niet kan groeien, dus alleen verschuivingen zijn mogelijk. Verder stelde de minister ook vast dat de ongebreidelde uitbreiding van het aantal B2-zorgprogramma's geleid heeft tot een sterke toename van het aantal percutane coronaire interventies (+ 20 %). De vorige minister van gezondheid had beter naar het advies van de wetenschappelijke vereniging geluisterd die strengere 'licentienormen' had voorgesteld, juist om de ontsporing van het budget tegen te gaan, maar ook om de kwaliteit van hooggespecialiseerde technieken te garanderen. En deze boodschap heeft de huidige minister gelukkig zeer goed begrepen.
In die zin is er een voorzichtige hoop dat de huidige minister meer zal luisteren naar de adviezen van de wetenschappelijke vereniging. Als kersverse voorzitter van de Belgische Vereniging van Cardiologie zal ik mijn uiterste best doen om de contacten tussen de BSC en het kabinet van minister De Block te intensifiëren om zo meer te kunnen wegen op de besluitvorming. De Belgisch Vereniging van Cardiologie met haar verschillende werkgroepen is de belangrijkste legitieme wetenschappelijke spreekbuis. Bovendien herbergt de vereniging alle geledingen van de cardiologische gemeenschap (universitair, niet-universitair, privaat, openbaar, Franstalig en Nederlandstalig). In het bestuur zetelen alle voorzitters van de werkgroepen, alsook de vertegenwoordigers van de verschillende geledingen, waardoor krachten kunnen gebundeld worden en we met één stem met de minister kunnen spreken.
Daarnaast is het belangrijk dat dossiers goed worden gestoffeerd met data (de minister herhaalde regelmatig 'show me the data'). Actueel verzamelen de cardiologen al heel wat gegevens in de verschillende bestaande registraties (PCI, TAVI, STEMI, PM, AICD, Ablatie, mitraclip, CTO, LAA closure ...). Deze inspanning loont de moeite omdat het, naast het verwerven van wetenschappelijke inzichten, ook de terugbetaling van nieuwe technieken heeft gefaciliteerd. De werkgroepen en het college van cardiologie moeten toezien op de betrouwbaarheid van de gegevens en op de kwaliteit van de zorgprogramma's. Om het wetenschappelijk karakter van de Belgische Vereniging van Cardiologie te versterken zal het bestuur in de komende maanden nieuwe initiatieven nemen, zoals het creëren van een nieuwe werkgroep rond 'basic cardiovascular science' en de oprichting van een 'Belgian Cardiovascular Research Foundation'. Daarnaast wil het in samenwerking met de professionele organisaties blijven ijveren voor een degelijke terugbetaling van alle cardiologische prestaties want technische prestaties blijven intellectuele prestaties.
Met veel gedrevenheid en inspiratie begin ik aan het tweejaarlijkse voorzitterschap van de BSC gesteund en omringd door een sterk en enthousiast bestuur en ik hoop dat het bestuur in de komende jaren een aantal veldslagen zal kunnen binnenhalen zodat het dan naar analogie met Caesar kan zeggen: 'Veni, vidi, vici'.
Niets van de website mag gebruikt worden voor reproductie, aanpassing, verspreiding, verkoop, publicatie of commerciƫle doeleinden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het is ook verboden om deze informatie elektronisch op te slaan of te gebruiken voor onwettige doeleinden.