In de afgelopen decennia is er veel vooruitgang geboekt in de medische wereld, zowel op technologisch gebied als op het gebied van geneesmiddelen. Tegelijkertijd zijn de levensverwachting en de levenskwaliteit van onze patiënten enorm verbeterd. De 'enigen' die klagen, zijn onze gezondheidsinstanties die, toegegeven, in ons systeem vaak de betalers zijn. De moderne geneeskunde is duur en het werken met een gesloten enveloppe wordt vaak als argument gebruikt om de passie van enthousiaste artsen in te tomen. Wat onze vergrijzende bevolking betreft, moeten we misschien overwegen om de sluizen iets meer open te zetten en te stoppen met het verhogen van de financiële bijdrage van de belastingbetaler, maar die boodschap is natuurlijk moeilijk te slijten aan onze politici. Tegelijk moeten we kijken hoe de middelen optimaal benut kunnen worden in functie van de resultaten.
Naast de trendy vernieuwende behandelingen, mogen we ook niet de goeie oude basiswaarden uit het oog verliezen die daarmee hand in hand zouden moeten gaan. Cardiovasculaire risico's verdienen een globale aanpak en alle factoren moeten in aanmerking genomen worden, want ze kunnen allemaal beïnvloed worden door de levensstijl, met uitzondering misschien van de erfelijke factor (maar daar kunnen we van dromen voor de toekomst). Roken, hoge bloeddruk, hoge cholesterol, diabetes en overgewicht moeten niet alleen met geneesmiddelen, maar ook door de patiënt zelf aangepakt worden. De zoutinname verminderen als men last heeft van hoge bloeddruk (of als men aan hartfalen lijdt), kiezen voor een vetarm mediterraan dieet, de calorie-inname verminderen als men suikerziekte of overgewicht heeft en natuurlijk stoppen met roken zijn essentieel!
Weinig bewegen moet als een echte risicofactor beschouwd worden. Lichaamsbeweging is omgekeerd evenredig met het optreden van cardiovasculaire complicaties en zelfs met het optreden van atriumfibrilleren. Dat bewijzen bijvoorbeeld grote klinische studies zoals de Biobank Study (Circulation, 2019) in het Verenigd Koninkrijk, die is uitgevoerd bij meer dan 500 000 patiënten in alle categorieën van genetisch risico. Een goede lichamelijke conditie kan dus de erfelijke aanleg gedeeltelijk compenseren. Lichaamsbeweging resulteert in een lager gewicht en minder lichaamsvet, een lagere hartslag en bloeddruk, minder aggregatie van bloedplaatjes en systemische ontstekingen, en een lagere cholesterol (zelfs op dit niveau stellen we een daling van het LDL- en een stijging van het HDL-cholesterolgehalte vast). We merken ook een verbetering van de bloedsuikerspiegel en de endotheliale functie bij diabetici. Kortom, (bijna) alles aan lichaamsbeweging deugt, en de weinige negatieve aspecten (risico op coronaire ischemie of hartritmestoornissen bijvoorbeeld) zijn te verwaarlozen ten opzichte van de positieve aspecten. Talrijke studies, ook bij hartpatiënten, bevestigen dat lichaamsbeweging veilig is als er een aantal voorzorgsmaatregelen in acht genomen wordt.
Lichaamsbeweging is niet alleen waardevol binnen de primaire preventie, maar ook binnen de secundaire preventie. Na een hartaanval verbetert hartrevalidatie niet alleen de fysieke capaciteit en de levenskwaliteit, maar het vermindert ook het risico op herhaling en mortaliteit. Dit is bovendien een sterke aanbeveling (1A) in de nieuwe guidelines van de ESC voor wat we 'chronische coronaire syndromen' noemen. Lichaamsbeweging wordt ook aanbevolen bij chronisch hartfalen (HFrEF), met dezelfde hoge graad van evidentie: 1A, om het risico op een ziekenhuisopname voor hartfalen te verminderen. Dankzij een multidisciplinaire aanpak kan zelfs de mortaliteit verminderd worden, ook een sterke aanbeveling (1A). Na een hartoperatie is het gunstige effect eveneens aanwezig, net als na een harttransplantatie.
Lichaamsbeweging wordt dus aanbevolen en is aan te bevelen. Dit gaat verder dan de cardiologische context, want er zijn ook veel voordelen aangetoond bij andere ziekten, waaronder veel chronische ziekten en zelfs kanker. De 'oefentherapie' waarover we het nu hebben, zou de meest voorgeschreven behandeling ter wereld moeten zijn, want potentieel kan iedereen of bijna iedereen ervan genieten, misschien na medisch advies en met een minimum aan kwaliteitsbegeleiding om er zoveel mogelijk voordeel uit te halen. In de cardiologie kunnen hartpatiënten na een infarct, na een ziekenhuisopname voor hartfalen of na een hartoperatie bijvoorbeeld gebruik maken van de expertise van hartrevalidatiecentra, met een multidisciplinaire aanpak, vergoed door ons gezondheidssysteem, maar alleen bij acute gevallen. Omdat dit om verschillende redenen niet altijd toegankelijk is voor de patiënten, zijn er ook andere opties zoals individuele kinesitherapiesessies. In België gaat er een reeks centra aan beide kanten open die er hun filosofie van maken. Er ontwikkelen zich ook interessante initiatieven zoals het programma 'Bewegen op verwijzing' in bepaalde pioniersgemeenten na voorschrift van lichaamsbeweging door een arts, voor patiënten met een langdurige aandoening. De patiënten kunnen begeleid worden door 'erkende instructeurs' en in overeenstemming met de guidelines van de Geneeskundige Praktijk. Sommige gemeenten voorzien een tussenkomst voor dergelijke begeleiding.
Dit is het strategische punt van elke therapie: er hangen kosten aan vast, maar we moeten durven te investeren, zowel aan de kant van de patiënten als aan de kant van onze beleidsmakers, om er de vruchten van te plukken. Ons verlangen naar een langer leven en vooral meer levenskwaliteit hangt dus samen met deze eenvoudige woorden: we moeten meer bewegen (en gezonder eten).
Aucun élément du site web ne peut être reproduit, modifié, diffusé, vendu, publié ou utilisé à des fins commerciales sans autorisation écrite préalable de l’éditeur. Il est également interdit de sauvegarder cette information par voie électronique ou de l’utiliser à des fins illégales.