De sessie van de BWGSPR was zoals elk jaar een mooie kans om drie uitmuntende sprekers aan te horen.
Professor De Backer had het over de Europese aanbevelingen op het vlak van cardiovasculaire preventie.
Die zijn van de hand van de experts van de taskforces van de European Society of Cardiology (ESC) en van de European Artherosclerosis Society (EAS).
Professor De Backer selecteerde uit de lange inhoudstafel drie onderwerpen waar hij dieper op inging.
Ten eerste gaat de raming van het cardiovasculaire risico in België nog altijd aan de hand van de SCORE-risicotabellen. De patiënten kunnen worden ingedeeld in vier groepen met een risico op een fatale hartaandoening van 2, 5, 10 of 15 %.
Het streefdoel blijft nog altijd de waarde van de LDL-cholesterol, omdat het gebruik van de totale cholesterol niet voldoet.
Een lijst van andere modificeerbare factoren maakt het mogelijk de eindwaarde van het SCORE-risico te wijzigen. Daartoe behoren onder andere het sociale statuut, obesitas, een zittend leven en stress. De SCORE-tabel is niet geschikt voor secundaire preventie of patiënten met diabetes en/of nieraandoeningen. Ook familiale hypercholesterolemie komt niet in aanmerking.
Hij benadrukte nogmaals het belang van twee biologische analyses met een tussentijd van twee maanden om de behandeling te beginnen of aan te passen, behalve voor acuut coronair syndroom, waarvoor van meet af aan een intensieve behandeling met een statine nodig is.
Hij onderstreepte het belang van hygiënische en dieetmaatregelen.
De behandelingsstrategieën hangen ook af van de risicograad van de patiënten. Ten tweede ging hij in op de therapeutische strategieën.
Afhankelijk van de risicograad moet de LDL-cholesterol lager zijn dan 70, 100 of 115 mg/dl, of in elk geval gehalveerd zijn ten opzichte van de beginwaarde.
De aanbevelingen vermelden noch de HDL-cholesterol, noch de triglyceriden als doel, maar een HDL-cholesterol die hoger ligt dan de normale waarden voor het geslacht en triglyceriden met een concentratie van minder dan 150 mg/dl gaan gepaard met een kleiner risico.
De arts moet, zeker bij acuut coronair syndroom, de hoogste aanbevolen doses voorschrijven, maar daarbij steeds rekening houden met de tolerantie van de patiënten.
Statines blijven de eerstelijnsbehandeling en de combinatie van ezetimib en een 'bile acid sequestrant' is bedoeld als tweedelijnsbehandeling.
PCSK9-remmers zijn voorbehouden voor patiënten met een zeer hoog risico, zoals patiënten met familiaire hypercholesterolemie.
Tot slot besprak professor De Backer een aantal specifieke klinische situaties.
Bij acuut coronair syndroom zijn hoge doses statines nodig, eventueel in combinatie met Ezetrol® of PCSK9-remmers.
De arts zou een voorbehandeling met statines moeten voorschrijven bij patiënten die zijn opgenomen voor electieve coronaire angioplastiek of niet-ST-elevatiemyocardinfarct.
Ook de therapeutische follow-up is strikt vastgelegd: er moeten twee biologische analyses gebeuren voor de behandeling opgestart wordt, behalve bij acuut coronair syndroom.
Na acht weken moet er een controle plaatsvinden, en vervolgens jaarlijks zodra de streefwaarden bereikt zijn. Na acht weken moeten ook de leverenzymen gecontroleerd worden.
De spreker betreurde ten slotte dat het RIZIV de aanbevelingen van de wetenschappelijke verenigingen nog altijd niet volgt.
De tweede spreker, dokter Raymond Kacenelenbogen van het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel, belichtte de voordelen van fysieke beweging voor de cardiovasculaire gezondheid.
Volgens de spreker is beweging de belangrijkste positieve voorspellende factor voor cardiovasculaire aandoeningen, meer nog dan stoppen met roken.
Uit de Crusade-studie (figuur 1) blijkt dat de overleving na een acuut coronair syndroom rechtstreeks samenhangt met de fysieke activiteitsgraad. Het niveau van cardio-fitness voorspelt de overleving op lange termijn. Voorts heeft bewegen ook invloed op andere risicofactoren en bedraagt het effect daarvan 50 %.
Andere mechanismen houden verband met een rechtstreekse impact op de hartfunctie, door toename van de collateralen, preconditionering van het myocard via de kaliumkanalen en positieve remodellering van het hart door middel van epigenetische mechanismen via het micro-RNA (figuur 2).
Een dynamische regeling van de hartfunctie wordt gekenmerkt door een afname van apoptose, fibrose en PNUTS (figuur 3).
Fysieke inspanning heeft ook een algemene impact via de myokines, vasodilatatie en een verbeterde elasticiteit van de vaten (figuur 4a en 4b).
De derde spreker, dokter Sophie Gevaerts, presenteerde een complete literatuurreview over cardiologie bij de vrouw.
Ze begon met ons eraan te herinneren dat cardiovasculaire aandoeningen nog altijd de belangrijkste doodsoorzaak zijn bij vrouwen (zie de publicatie in Circulation van begin januari).
Vrouwen vertonen een aantal specifieke kenmerken: hun vaten zijn dunner, bij 4 % van de zwangerschappen treedt een hartaandoening als complicatie op, het syndroom van Tako-Tsubo komt bijna uitsluitend bij vrouwen voor, ook spontane dissectie van arteriën is typisch voor vrouwen, en tot slot zijn bepaalde behandelingen toxischer voor het hart bij vrouwen.
Wat de cardiovasculaire risicofactoren betreft, hebben roken (vooral in combinatie met orale anticonceptie) en diabetes type 2 een grotere impact. Arteriële hypertensie komt veel vaker voor bij postmenopauzale vrouwen dan bij mannen.
Een zittend leven komt drie keer vaker voor bij vrouwen.
Er zijn ook specifieke risicofactoren, zoals systemische inflammatoire ziekten, vroege menopauze, radiotherapie van de thorax, eclampsie en pre-eclampsie.
Hormonale substitutietherapie blijft controversieel na de studies WHITrial (negatieve impact) en DOPSTrial (positieve impact).
Ischemische hartziekten hebben een breder spectrum bij vrouwen dan bij mannen. De leeftijd en de risicofactoren beïnvloeden het klinische beeld.
Vasospastische of microcirculaire angor komt vaak voor bij vrouwen.
De diagnose van ischemische hartziekte is moeilijk. De inspanningstest heeft een sensitiviteit en een specificiteit van respectievelijk 60 en 70 %; bij scintigrafie is dat 85 en 70 %.
Bij een coronariografie bemoeilijken spastische en microvasculaire aandoeningen de diagnose. Het gebruik van een acetylcholinetest kan nuttig zijn.
Bij een acuut coronair syndroom is de symptomatologie vaak ontoereikend. Een troponinebepaling is doeltreffend en het beeld wordt vaak pas laat duidelijk.
Een coronaire aandoening is vaak verspreid en biedt een slechte prognose wegens fracturen, erosie en dissectie van atheroomplaques.
De interpretatie van de coronariografie kan moeilijk zijn en OCT of IVUS kunnen een dankbaar hulpmiddel vormen.
Als er een spontane dissectie is vastgesteld, moet er worden gezocht naar andere pathologieën, zoals connectivitis, systemische inflammatoire ziekten of fibromusculaire dysplasie.
Er treden vaker complicaties op bij ACS, de deelname aan revalidatiesessies is minder goed en stress en depressie spelen een grote rol.
Ook hartfalen vertoont specifieke kenmerken bij vrouwen: de vorm HFpEF komt veel vaker voor dan bij mannen, wat onder meer te maken heeft met de hoge prevalentie van concentrische hypertrofische cardiomyopathie.
Bij peri- en postpartale cardiomyopathie is een ondersteunende behandeling nodig. Deze aandoening is te wijten aan een directe toxiciteit van prolactine en prolactinederivaten.
Het syndroom van Tako-Tsubo treft in 96 % van de gevallen vrouwen.
Biventriculaire kamerstimulatie wordt te weinig toegepast bij vrouwen, hoewel die bij LBTB nuttiger lijkt bij vrouwen dan bij mannen.
Ten slotte is op het vlak van ritmologie het QT-interval van nature langer bij vrouwen en wordt een defibrillator twee tot drie keer vaker toegepast bij vrouwen, onder andere in grote gerandomiseerde studies.
AF komt vaker voor bij vrouwen, gaat gepaard met meer symptomen en heeft een slechtere prognose.
Tot besluit benadrukt Sophie Gevaerts dat preventie, behandeling en onderzoek op het gebied van cardiovasculaire aandoeningen bij vrouwen aandacht moeten krijgen.
Aucun élément du site web ne peut être reproduit, modifié, diffusé, vendu, publié ou utilisé à des fins commerciales sans autorisation écrite préalable de l’éditeur. Il est également interdit de sauvegarder cette information par voie électronique ou de l’utiliser à des fins illégales.